Leesrijp

In hokjes lezen

Moeten we kinderen vroeg leren lezen of wachten tot ze leesrijp zijn?

Dom

Ik was als kind een zwakke lezer. Ik moest regelmatig met een andere juf de groep uit om extra te lezen. Ik had een hekel aan lezen. De meeste collega-leerkrachten overigens niet, die lazen thuis graag en hebben goede herinneringen aan lezen. Ik niet. Ik vond mezelf dom. Maar was ik ook dom? Nee, ik was gewoon nog niet klaar om te lezen. Ik heb het uiteindelijk toch gewoon geleerd en nu kan ik, net als bijna iedereen, goed en snel lezen. Ik heb vorige week nog een boek in een dag uitgelezen.

Hokjes

Je kunt kinderen in groepen indelen, in hokjes. Dat vinden wij in onze maatschappij heel prettig. Hoe duidelijker de indeling, hoe fijner we het vinden. In het onderwijs zijn we er ook een kei in. Je hebt 1 ster, 2 sterren, 3 sterren, of ster, maan, zon. Je hebt instructie gevoelige kinderen, instructie afhankelijke kinderen en instructie onafhankelijke kinderen. Het kan zijn dat je altijd vooraan moet zitten of dat je extra moet lezen, bijvoorbeeld als andere kinderen op de computer mogen.

Goede, gemiddelde en risicolezers

De goede lezers

In het reguliere onderwijs hebben we ook kinderen die al heel vroeg kunnen lezen. Hier heb ik het over de kinderen die in groep 3 horen bij de zonnetjes van de methode Veilig Leren lezen en in de andere groepen een hoog AVI niveau halen. Op sommige scholen moeten deze kinderen mee moeten doen met leesinstructies, terwijl ze al kunnen lezen. Dat noemt men onderhouden. Soms krijgen ze iets uitdagends, soms vervelen ze zich, soms mogen ze zelf lezen. Je hoort in ieder geval in het hokje: goede lezer. 

De gemiddelde leerling

Dan zijn er kinderen die echt wel zouden gaan lezen bij een prikkelend aanbod. Dat is de grote middenmoot, de gemiddelde leerling. Die leren volgens de methode, ze lopen op schema, halen de toetsen. Leerkrachten en ouders zijn tevreden, want ze doen het volgens het boekje.

Ik haat lezen

Er zijn ook kinderen die nog geen letter kennen voordat ze naar groep 3 gaan. Dat is tegenwoordig eigenlijk geen optie meer. In de leerlijn taal staat benoemd dat een kind aan het eind van groep 2 16 letters moet kunnen herkennen en benoemen en 12 letters moet kunnen schrijven.Als je dat niet kan, ga je toch door, want het advies is dan: onderdompelen! Alsof je een kind van 3 jaar al naar zwemles stuurt, een baby op een fiets zet, of een tiener leert over pensioen. Het is te vroeg. De kinderen zijn nog niet leesrijp. 

Risicolezers

De kans is groot dat deze kinderen niet gaan genieten van lezen. Ze zijn de risicolezers. Ze halen nooit de toetsen en voelen zich dom. Er wordt tijd in deze kinderen geïnvesteerd, frustratie ervaren en misschien moeten ze nog een dyslexiebehandeling volgen. Dat is trouwens een investering in je kind: 10-20 minuten per dag thuis, als de andere kinderen mogen spelen, en 45 minuten begeleiding per week met een behandelaar.

Vertrouwen

Het leren lezen is natuurlijk een punt van discussie. Moet je wachten tot een kind leerrijp is of gaan we zo vroeg mogelijk beginnen met het aanbieden van letters en daarna woorden en zinnen. De reguliere scholen beginnen vroeg, en de trend is, begin nog vroeger. Dat mogen ze doen.

Het kan ook anders.

Laat een kind leesrijp worden en dan komt het vanzelf.

Ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet heeft het in dat verband over Ontdekkend Leren Lezen (OLL).  “Je moet een kind pas iets aanbieden als het hier neurologisch en psychologisch aan toe is.” Dit geldt ook voor het leesonderwijs: “Lezen ontwikkelt zich van binnenuit in fasen. Leesrijpheid staat hierin centraal.” Ik vond dit een boeiend stuk om te lezen.

In het artikel ‘Late lezers’ van Ewald Vervaet staan daarbij vijf voorbeelden van late lezers uit het verleden en hij stelt dat het nooit te laat is om te leren lezen. Het geeft mij vertrouwen in de ontwikkeling van het kind. Een kind dat nog niet kan lezen is niet dom, alleen soms nog niet leesrijp.

Mijn boodschap is: geduld.

Vertrouw de kinderen!